Beleidsplan

De PKN gemeenten Bergharen/Hernen en Horssen

 

Inleiding – situatieschets


De twee PKN gemeenten Bergharen/Hernen en Horssen zijn in 2020 gefedereerd maar hebben daarvoor ook al een lange geschiedenis met elkaar.


De dorpen waarvan deze kerkelijke gemeenten deel uitmaken zijn gesitueerd in het land van Maas en Waal. Hoewel de middeleeuwse kerken na de reformatie en 80-jarige oorlog in handen vielen van de protestanten, bleef de grote meerderheid van de bevolking tot de dag van vandaag rooms-katholiek. In Bergharen is de oude kerk protestants eigendom gebleven, in Horssen was dat niet zo. De oude kerk werd rond 1800 weer eigendom van de katholieke parochie. Met een subsidie van koning Willem I kon het huidige gebouw aan het Kerkpad worden gebouwd.


Via de Maatschappij van Welstand werden af en toe protestantse agrarische families in Maas en Waal binnengehaald. De Maatschappij heeft lang een stempel op het karakter van de gemeenten gedrukt.


Omstreeks 1965 gingen de tot dan toe zelfstandige gemeenten op in de Protestantse Streekgemeente Maas en Waal.


Hoewel de predikanten in deze Streekgemeente primair binnen één regio in de streek werkten (één of meer dorpen) werden zij door de streekgemeente beroepen. Er traden ook vaak wisselingen en hergroeperingen op. Daarmee ontstond niet altijd  echt een band tussen gemeente en predikant.


Enige jaren geleden stapten de kleine gemeenten in het westen van de streek uit de streekgemeente en vormden daarna de gemeente West-Maas-en-Waal. Per 2020 werd de streekgemeente opgeheven en gingen Wijchen, Beuningen en Druten verder als Prot. Gemeente Rivierenland Oost. Bergharen en Horssen gingen niet mee in Rivierenland Oost en werden dus weer zelfstandige gemeenten..


De reden voor dit laatste is dat Bergharen en Horssen zich in de loop der jaren binnen de streekgemeente steeds meer de kleine gemeenten voelden, tussen wal en schip. Of dit wel of niet terecht zo werd gevoeld is hier nu niet zo relevant, feit is dat de twee gemeenten nu zelfstandig zijn, hoewel er nog activiteiten en faciliteiten met de buren worden gedeeld.


Bergharen en Horssen zijn in 2020 inmiddels gefedereerd en er wordt toegewerkt naar een volledige fusie.


De gemeenten zijn klein (totale ledenlijst van ca. 200 leden) met een grote periferie die nauwelijks mee doet. De actieve kern bedraagt ongeveer 30 mensen. Leeftijdsopbouw van de actieven is bijna voor 100% boven de 60 jaar. Kerkbezoek varieert van 10 – 30 bezoekers (Horssen normaal wat hoger dan Bergharen). Onduidelijk op het moment van schrijven is wat het effect van de corona pandemie zal blijken te zijn.


Bestuurlijk is de gemeente recent flink op de schop gegaan: een aantal ambtsdragers was langer dan de kerkelijk toegestane periode van max. 12 jaar in functie en zij hebben hun ambt neergelegd. Nieuwe ambtsdragers zijn gevonden waardoor Bergharen nu 4 ambtsdragers heeft en Horssen 4. Voor de individuele kerkenraden is dat weliswaar niet helemaal op peil, maar met de classis-predikant is een regeling afgesproken waarin beide kerkenraden elkaar aanvullen om rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen.


Visie



Vanuit bovenstaande schets dringt zich misschien het beeld op van marginale gemeenten die in een gestaag tempo bezig zijn te verdwijnen. Oppervlakkig gezien moge dat zo zijn en de verleiding is dan groot om vooral met het eigen voortbestaan bezig te zijn. We zijn er als kerkenraad van overtuigd dat dat laatste niet juist is en dat het ook niet werkt.


Tijdens de bezinningsdag die we hadden ter voorbereiding op het maken van dit plan, kregen we het beeld aangereikt van een heel simpel gebruiksvoorwerp: het krukje. Dat staat stabiel omdat het drie poten heeft, minder kan niet (dan valt het om) en meer is vaak een oorzaak van onbalans.


In de kerk zijn die drie poten:

  1. de relatie met God, onze Heer
  2. de relatie met onze mede-gemeenteleden
  3. de relatie met “de wereld” (die begint onmiddellijk buiten de kerkmuren)


In die punten zit ook iets van voortgang: het begint met 1) de relatie met God. Als die er niet is, missen we iets basaals en zijn we niet meer dan één van de vele clubs, en misschien nog wel een saaie ook.


Verder, als die relatie met God beperkt blijft tot het individuele, dan is dat ook niet bepaald vruchtbaar. We zullen van daaruit oog, oor en hart moeten hebben voor elkaar als gemeenteleden onderling. Zie de eerste hoofdstukken van het boek Handelingen.


Tenslotte, wat geldt voor individuele gemeenteleden (oog hebben voor elkaar) geldt ook voor de gemeente naar de wereld.

Uiteindelijk groeit de kerk daar waar ze naar buiten treedt. Dat begon in Handelingen met Paulus die doordrong tot in Rome en dat is van daaruit altijd zo doorgegaan.

 

We realiseren ons dat we met een beperkte groep zijn en dat we onze energie niet over heel veel initiatieven en in allerlei richtingen kunnen inzetten. We beperken ons tot vier kernpunten.

  1. kerkdiensten en wat daarmee direct samenhangt
  2. pastoraat
  3. diaconie
  4. het beheer

 

In onze situatie is de zondagse kerkdienst toch echt de kern waarom alles draait. Voor een groot del van de gemeenteleden is dat misschien ook wel alles, het enige waaraan men nog (soms ook maar incidenteel) meedoet.


De kern van het pastoraat is het omzien naar elkaar in de naam van Christus en het samen een weg te zoeken in geloofs- en levensvragen. Het pastoraat voor jongeren en jonge gezinnen verdient hierbij meer aandacht.


De diaconie heeft in onze gemeenten door jaren van zorgvuldig beheer een redelijke financiële armslag. Zij kan dus eigenlijk meer doen dan nu het geval is. Bovendien geeft de diaconie ook een gezonde externe blikrichting, wanneer de activiteit tenminste gepaard gaat met de nodige publiciteit en de diaconie beter als helpende organisatie kenbaar wordt gemaakt.


Tenslotte is ook het kerkvoogdelijk beheer een kernpunt omdat er de laatste jaren regelmatig spanningen zijn ontstaan rondom pachtzaken. Deze nopen tot een meer expliciet beleid op dit gebied. 
 

Kernpunt 1: Kerkdiensten

 

De eredienst staat centraal in de manier waarop we gemeente zijn. Daar ontmoeten we God en elkaar. In de eredienst klopt het hart van de gemeente. De eredienst is de bron waaraan ons gemeenteleven ontspringt.

De Bijbel staat centraal, omdat hierin Gods liefde en trouw aan deze wereld verkondigd wordt, in het bijzonder in leer en leven, lijden, sterven en opstanding van Jezus Christus.


Meer concreet, in Bergharen en Horssen vinden de diensten om de week afwisselend plaats op zondagochtend om 10.00 uur. We zijn niet heel hoog-liturgisch, volgen een traditionele liturgie en we gebruiken als regel het nieuwe Liedboek (2017).

Dit gezegd hebbend, is er beslist ruimte om speciale diensten te houden. Men kan hierbij denken aan andere vormen van zang, muziek, poëzie. De gemeente is daarin niet eenkennig.


Ook inhoudelijk realiseren we ons dat in onze gemeenten een breed palet aan theologische opvattingen leeft. We proberen die breedte ook gestalte te geven in de keuze van voorgangers  (we maken veel gebruik van gastpredikanten wat in dit opzicht een extra kans biedt).


De gemeente neemt deel aan het samenwerkingsverband van de 3-in-1 diensten van Horssen, Bergharen/Hernen en Druten, gedurende de zomervakantie.


Bij de bediening van de doop van kinderen kunnen belijdende leden en doopleden de doopvragen beantwoorden.

Het avondmaal is voor iedereen toegankelijk. Het vindt tenminste 4 x per jaar plaats, afwisselend in Bergharen en Horssen. Er is zowel wijn als druivensap beschikbaar in kleine glaasjes.


Het beleidsplan is algemeen en geldt zowel voor Horssen als Bergharen-Hernen. In de werkplannen, en ook ongeschreven gebruiken, is ruimte voor onderlinge verschillen.


Er wordt afzonderlijk gecollecteerd voor de kerkvoogdij en de diaconie. Wanneer er een bijzondere collecte plaats vindt, wordt dit apart aangekondigd.


Jaarlijks wordt een kinderkerstviering georganiseerd.

 

Beleidsvoornemens en nieuwe initiatieven

Er is ruimte voor meer oecumenische diensten. Tot nu toe is dit tamelijk beperkt en er leven in onze gemeente ook nog wel weerstanden tegen dit soort initiatieven. Hoewel we deze weerstanden niet moeten negeren moet toch gezegd worden dat voor de gemengd gehuwden in onze gemeenten deze diensten in een duidelijke behoefte voorzien. Ook blijkt bij de incidentele diensten steeds weer dat katholiek en protestants geweldig veel samen hebben en dat datgene wat ons scheidt eigenlijk steeds meer marginaal wordt.

 

De natuurlijke gang van zaken, ook in onze kerken, is terugloop als gevolg van vergrijzing (ook van de dorpen als geheel) en ontkerkelijking. We willen met de te beroepen predikant zoeken naar mogelijkheden om “het tij te keren”. We denken daarbij aan pioniersactiviteiten zoals die het laatste decennium in onze landelijke kerken tot ontwikkeling zijn gekomen om het hoofd te bieden aan genoemde neergang. We hebben daarover nog nauwelijks gearticuleerde ideeën maar we gaan hiervoor wel de (financiële) randvoorwaarden creëren. 


In kleine gemeenten als de onze is het vaak moeilijk om vormingsactiviteiten van de grond te krijgen omdat het aantal potentiële deelnemers te klein is. Toch konden we vlak voor de corona uitbraak beginnen met een Bijbelkring.  Deze groep van protestanten, katholieken en buitenkerkelijke belangstellenden draait buitengewoon goed en we merken dat juist de concentratie op wat de Bijbel ons te zeggen heeft mensen ook aanzet om zich heel open uit te spreken over wat dit voor hen betekent. Daarbij komen levensvragen steeds weer aan de orde. We willen deze activiteit met voorrang voortzetten.


Naast de Bijbelkring is er ook ruimte voor vormingsactiviteiten die aanhaken bij de actualiteit of het kerkelijk jaar. In het recente verleden is tijdens gemeenteavonden meermaals aandacht geweest voor de landbouwproblematiek.


In het voorjaar van 2020 waren ook activiteiten georganiseerd ter herdenking van 75 jaar bevrijding (een concert en een bevrijdingsmaaltijd voor het dorp, vanuit een mobiele veldkeuken). Deze bevrijdingsactiviteiten zijn uiteraard opgeschort tot betere tijden.

 

Kernpunt 2: Pastoraat


Want waar twee of drie mensen in mijn Naam samen zijn, ben ik in hun midden.’ (Mattheüs 18:22). De kern van alle pastoraat is het omzien naar elkaar in de naam van Christus. Er is sprake van pastoraat daar waar mensen elkaar ontmoeten en een relatie met elkaar aangaan om, samen een weg te zoeken in geloofs- en levensvragen. Het pastoraat en omzien naar elkaar is een taak van de hele gemeente. Het evangelie is hierbij onze inspiratiebron.

 

De zorg voor het pastoraat is een taak van de kerkenraad, die deze heeft toevertrouwd aan predikant, ouderlingen en eventuele bezoekmedewerkers. In onze gemeente is er vooral sprake van individueel pastoraat gericht op: ouderen, die bovendien vanaf 70 jaar een attentie krijgen op hun verjaardag, zieken, sterven en rouwverwerking, crisis, geboorte en doop, nieuwe gemeenteleden die zo spoedig mogelijk worden welkom geheten, huwelijksjubilea en gezinnen met (jonge) kinderen.

 

De predikant bezoekt gemeenteleden niet alleen op eigen initiatief maar ook op voordracht van de kerkenraadsleden en op eigen verzoek van gemeenteleden.

 

Om de onderlinge aandacht te bevorderen, wordt aan alle gemeenteleden gevraagd om “ogen en oren” te zijn en zaken door te geven aan de predikant of aan een ouderling.

 

Groepspastoraat en daarbij ook het onderlinge contact bevorderen, vindt plaats door: koffiedrinken na de dienst, gemeenteavond, startzondag, bloemengroet na de dienst, gespreksgroepen.

Pastoraat is op iedere kerkenraadsvergadering een agenda- en aandachtspunt.

 

Knelpunten

Voor veel leden is de band met de kerk niet meer zoals voorheen: al is er wel betrokkenheid op elkaar, er is minder betrokkenheid op alle aspecten van het samen kerk-zijn. Bezoek aan ouderen, eenzamen, zieken en mensen die in persoonlijke en/of sociale problemen zijn geraakt wordt enorm op prijs gesteld. Maar met jongeren en jonge gezinnen is er om allerlei redenen weinig of geen contact. De zogenaamde midden generatie (jongeren tussen 25 en 45 jaar) is in beide gemeenten bijna (uit het beeld) verdwenen.

 

Voornemens

We blijven ernaar streven om zoveel mogelijk alle gemeenteleden ‘onder de radar’ te houden en bij de kerkelijke gemeente betrokken te houden. Dat is op zich al een grote uitdaging voor kleine, vergrijsde en krimpende gemeenten. We hopen dan ook dat met de komst van een nieuwe predikant dit haalbaar is. Ontmoeting en verbinding zijn hierin belangrijke kernwoorden. Een cruciale voorwaarde voor verbinding is namelijk dat mensen elkaar leren kennen en zich gekend weten. Dit vraagt van ons als kerk een actieve opstelling. Goede pastorale zorg maakt de kerk meer en beter zichtbaar in de kerk- en dorpsgemeenschap. Van belang is dat deze zorg - ook in vacaturetijd – gecontinueerd wordt.


De kerk faciliteert voor ouderlingen en bezoekmedewerkers ondersteuning middels vorming en toerusting.

Nu kerken gaan sluiten is het goed dat wij als kerkelijke gemeenschap niet eenkennig zijn. Concreet betekent dit, dat ook buiten onze kerkelijke kring een beroep kan worden gedaan op het pastoraat. In de kerkorde van de PKN wordt gesproken over de herderlijke zorg aan hen die niet gedoopt zijn of niet tot de gemeenschap behoren. De gemeente vervult haar pastorale opdracht dus ook in de omgeving waarin zij leeft. Een mooie en vooral zinvolle manier om onze kerk binnen de dorpsgemeenschap op de kaart te zetten.

 

Ambtsgeheim. Iedere ambtsdrager/bezoekmedewerker belooft om datgene wat in vertrouwen tijdens het bezoekwerk, ter ore en onder ogen komt, geheim te houden. 

 

 

Kernpunt 3:  Diaconie en zichtbaarheid van de kerk.

 

Wij willen als Gefedereerde Protestantse Gemeente Bergharen-Hernen-Horssen meer zichtbaarheid in de dorpen, maar ook meer zichtbaarheid geven aan het werk van de diaconie. Om dit te bereiken is de zichtbaarheid van de kerk en de diaconie als kernpunt in het nieuwe beleidsplan opgenomen. Hierbij zijn wij voornemens ons niet te beperken tot de eigen kerk, maar zeker ook te kijken buiten de kerkelijke gemeenschap en bij buurtgemeentes.


Het kernpunt “Diaconie en zichtbaarheid van de kerk” is onderverdeeld in aantal aandachtsgebieden die afzonderlijk behandeld worden.

Aansluiten bij projecten in de omgeving


Om de zichtbaarheid in de regio te vergroten gaan wij kijken of wij bestaande projecten in de omgeving actief kunnen ondersteunen, hetzij metterdaad dan wel financieel. Dit i.p.v. met een kleine groep mensen nieuwe projecten op te starten; zo voorkomen we ook dat we andere initiatieven in de dorpen in de wielen gaan rijden. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan maaltijden in de dorpshuizen rond kerst en tijdens de vastenactie, maaltijdbijeenkomsten voor ouderen en alleenstaanden, etc.


Door actief te sponsoren kunnen we misschien ook realiseren dat de organisaties die dit uitvoeren ook op andere momenten hierin mee willen werken.

 

Adopteren/Ondersteunen

De belangrijkste taak van diaconie is: Het dienen van de naaste, van de mensen en van de wereld.

Feitelijk komt dit neer op het helpen van mensen zowel in de eigen omgeving als over de hele wereld. Een diaconie mag geen winst maken, alle verdiensten moeten besteed worden aan het helpen van anderen. In de praktijk betekent dit dat 1/3 van de inkomsten aan regionale goede doelen geschonken wordt, 1/3 aan landelijke goede doelen en 1/3 aan wereldwijde goede doelen. De afgelopen jaren zijn er al veel goede doelen ondersteund door de diaconie, helaas is dit niet altijd zichtbaar geweest voor de kerkleden en andere belangstellenden. Maar we kunnen ook input vragen van de gemeente of er nog andere goede doelen zijn die wij als diaconie vergeten. Zo betrekken we de gemeente ook bij de doelen die ondersteund worden.


Als diaconie willen wij op een aantal organisaties focussen. Deze organisaties willen wij dan voor langere tijd sponsoren vanuit de diaconie. Dit betekent overigens niet dat we andere organisaties gaan “korten”, er is voldoende ruimte om in stand te houden wat we al deden en op een paar fronten meer te doen.


Recent zijn ook twee kinderen geadopteerd via WorldVision, om zo veel directer hulp te geven aan mensen in nood.

 

Individuele ondersteuning

Op dit moment wordt er nog maar zelden een beroep gedaan op de diaconie door mensen in onze dorpen die in financiële nood zitten. Grote vraag is dan ook of de diaconie voldoende zichtbaar is als helpende organisatie in het geval mensen in nood zijn. Ook is het lastig om de juiste signalen te ontvangen dat mensen in financiële nood zitten. Vanuit de overheden wordt deze informatie niet verstrekt. Misschien moet hierover contact worden gelegd met de twee door de gemeente Wijchen aangestelde locale dorpsondersteuners.


Het is dus een taak om de diaconie in de dorpen beter als helpende organisatie kenbaar te maken.


Diaconale acties

Naast het helpen van anderen heeft de diaconie ook altijd de zorg voor haar eigen gemeenteleden. Dit wil de diaconie zeker blijven doen. Acties tot nu: Presentje met Pinksteren, Pasen, Fruitmanden rond de dankdag voor gewas en arbeid, Kerstattenties. Er zal ook gekeken worden op welke manier wij onze zorg voor eigen gemeenteleden nog verder kunnen uitbreiden.


Financieel beheer

Het financieel beheer van de diaconie draagt niet direct bij tot de zichtbaarheid van de Kerk en de diaconie, maar is wel nodig om eerdere aandachtsgebieden te kunnen realiseren.


De vermogenspositie van de diaconie van de federatie is zeer gezond. Dit geeft ons veel mogelijkheden. Het beleid van de diaconie is om het vermogen niet verder te laten groeien maar ook niet verder dan xx% af te laten nemen.

Het geld dat gebruikt kan worden komt voort uit opbrengsten van bezittingen van de diaconie. Het goed beheren va deze bezittingen is dan ook een onderdeel van de taken om de kernpunten te realiseren.


Zichtbaarheid

Dit is het belangrijkste aandachtsgebied, want hier draaide het om. De kerk en de diaconie moeten veel meer zichtbaarheid in de omgeving creëren. Door middel van de sponsoring van lokale projecten geven we hier een aanzet, maar de zichtbaarheid gaat men pas echt bereiken als er meer gecommuniceerd wordt over wat we als kerk en diaconie allemaal doen.


De zichtbaarheid gaan we vergroten door regelmatig te publiceren over de projecten en goede doelen die we ondersteunen en ook door steeds ons diaconale hulpaanbod onder de aandacht te brengen.


De media waarvan we gebruik maken zijn: het kerkblad, lokale huis aan huis bladen, email en de website. Incidenteel kan ook een flyer huis aan huis worden bezorgd. Ook een mail naar alle gemeenteleden behoort tot de mogelijkheden.

 

Kernpunt 4:  Kerkrentmeesterlijk beheer

De kerkrentmeesters beheren de gelden, gebouwen en goederen van onze kerken. Met name de gemeente Bergharen heeft een aanzienlijk bezit in de vorm van grond en enige woningen.


Doel van dit beheer is het genereren van inkomsten om het onderhoud aan de gebouwen en de kosten van de kerkdiensten te betalen.

In de huidige situatie is er een goede balans tussen vermogen, baten en lasten. De verwachting is dat dit in de nabije toekomst ook zo zal blijven. Verreweg de grootste inkomstenpost is afkomstig van verpachting van landbouwgrond en verhuur van woningen.

 

De kerkvoogdij heeft de volgende beleidsvoornemens:

  • Het openhouden van de kerken te Bergharen en Horssen. Hoewel er ruim grensverkeer plaatsvindt, is er in beide gemeenten een sterke band met het eigen gebouw. We willen onze gemeenteleden niet vervreemden door een van beide gebouwen af te stoten.
  • Het ter beschikking stellen van het kerkgebouw voor bepaalde, op zichzelf niet kerkelijke activiteiten, draagt bij tot de zichtbaarheid van de kerk als instituut. Ook eenvoudige openstellingen voor persoonlijk gebed en bezinning bleken tijdens de corona lockdown in een behoefte te voorzien. Het gebouw van Bergharen leent zich prima voor concerten en trouwdiensten van mensen van buiten de gemeente en de kerkenraad is voornemens dit soort gebruik te verwelkomen. De voorwaarden worden voorlopig per geval beoordeeld. Behalve of het gebruik toegestaan is volgens geldende regelgeving wordt beoordeeld of het betreffende gebruik niet strijdig is met waar we als kerk voor staan. Daar worden ook de financiële voorwaarden in meegenomen. Het medegebruik dient kostendekkend te zijn.
  • Bij gebruik van woningen als dienstwoning kunnen diensten en vergoedingen verrekend worden met een deel van de huur.
  • Tarieven voor huur en pacht zijn marktconform. Gewaakt wordt voor belangenverstrengeling
  • Er wordt een substantieel bedrag gereserveerd voor initiatieven om de kerkgemeenschap te versterken. Zie “nieuwe initiatieven” onder Kerkdiensten.

 



Share by: